Zo ongeveer iedereen die in een hospice werkt, krijgt regelmatig de vraag: “Is dat niet verschrikkelijk zwaar, in een hospice werken?” En dan wordt niet het tillen en helpen kleden van een gast bedoeld, of ander lichamelijk werk. Het woord ‘zwaar’ heeft in dit geval betrekking op de emoties.
Ja, er zijn emoties; ook bij ons – de zorgvrijwilligers. Ik pink wel eens een traantje weg als me iets ontroert, of wanneer een gast overlijdt waar ik een extra klik mee had. Ook kan ik meeleven met sommige dingen die de gasten vertellen, of met de naasten van een gast. In de nabijheid van de dood zeggen mensen wat vaker dingen die recht mijn hart binnenvallen.
Allemaal belevingen die me emotioneel raken. Als een collega een verhaal vertelt over wat ze heeft meegemaakt, kan ik daar ook enorm in meegaan en emoties voelen. En als ik blije dieren en kinderen zie, kan me dat ook ontroeren.
Kortom: ik vind het werken in het hospice beslist niet zwaarder dan het dagelijks leven buiten het hospice.
“Je moet het nooit mee naar huis nemen,” zei laatst iemand. Maar ik vind het helemaal niet erg om gedachten, herinneringen en emoties mee naar huis te nemen. Als iets me raakt, ontroert, blij of verdrietig maakt, is dat niet met een knopje uit te zetten aan het einde van de dienst. En dat hoeft voor mij ook niet. Soms zit ik in de auto nog even terug te denken aan wat er tijdens een dienst gebeurde, en soms denk ik thuis of op mijn andere werk ineens aan een voorval in het hospice.
Ik vind dat helemaal niet erg. Het is een goede manier om de dingen te verwerken en ik blijf er niet mee rondlopen.
Het is natuurlijk een andere zaak als het je voortdurend blijft bezighouden en daardoor je dagelijkse stemming en welzijn beïnvloedt.
Als je er absoluut niet tegen kunt dat mensen doodgaan, of erg ziek zijn; als je het eng vindt om met verdriet, rouw, angst en soms ook onmacht of boosheid om te gaan: dan is het wellicht beter om niet in een hospice te gaan werken, want mensen gaan daar dood en er is regelmatig verdriet. Dan is het gewoon een slimme keuze om iets anders te gaan doen; je doet jezelf en anderen absoluut geen plezier met jezelf krampachtig sterk houden terwijl je er emotioneel aan onderdoor gaat.
De andere kant is ook waar: als je het fijn vindt om iets (hoe klein ook) voor een ander te kunnen doen, wanneer je zonder je emoties weg te drukken toch comfort, troost en praktische verzorging kunt bieden aan de gasten in het hospice…
Dan is er geen mooier werk denkbaar.
Vaak heb je meer te bieden dan je zelf dacht…
Het verzorgen en ondersteunen van een terminaal zieke is een mogelijkheid om echt iets te betekenen voor iemand. Je kunt troost bieden, de dagen wat lichter helpen maken en helpen om op een waardige en mooie manier afscheid te nemen van het leven.
Daarnaast wordt er ook veel gelachen in het hospice; mooie, blije momenten; een gast die een grap maakt; blijdschap om kleine dingen… het leven heeft weliswaar geen langdurig perspectief in een hospice, maar het wordt daar wel degelijk gevierd. Daar zorgen de gasten, hun naasten en alle mensen die er werken met elkaar voor.
Waar begin je aan?
Toen ik me aanmeldde als vrijwilliger in het hospice, had ik niet het flauwste benul waar ik aan begon. Ik had wel wat gelezen, een paar youtube-video’s bekeken over hospices en mijn eigen fascinatie voor leven en dood speelde natuurlijk ook mee. En vooral de wens om echt iets nuttigs te kunnen bijdragen. Maar hoe het zou bevallen? Daar had ik geen idee van.
Ik ben geweldig opgevangen door ervaren collega’s en coördinatoren, die geduldig en liefdevol mijn onwetendheid en onervarenheid opvingen en al hun kennis, kunde en ervaring gul met me hebben gedeeld. Daar ben ik enorm dankbaar voor: het geeft me het vertrouwen dat met samenwerken zo ongeveer alles voor elkaar kan komen.
Nog steeds zijn er regelmatig dingen die ik leer omdat ik ze nog niet eerder heb meegemaakt. Ik vind het fijn om de verpleegkundigen te assisteren wanneer zij daarom vragen: daar leer ik ook iedere keer van: hoe een tillift werkt, hoe katheters, drains en medicatiepompen werken… ik vind het allemaal even interessant en kijk graag hoe zij hun kennis en kunde toepassen.
Het allermooiste vind ik het altijd wanneer een gast een mooi moment beleeft. Dat kan een heel eenvoudig genoegen zijn zoals eindelijk een keer goed naar de wc kunnen, even van het zonnetje genieten of van een lekker ijsje smullen. Een gast die zichtbaar geniet van het vertellen van zijn/haar verhaal en merkt dat je oprecht geïnteresseerd bent en ook echt luistert. Een doodzieke gast die in een helder moment van relativeren in lachen uitbarst… het zijn zulke kostbare momenten en ik voel me elke dag bevoorrecht dat ik dit werk mag doen; dat mensen mij toelaten in dat enorm intieme deel van hun leven, namelijk het allerlaatste deel. Dat de gast mij het vertrouwen geeft, en er ook op vertrouwt dat ik hem of haar goed en respectvol verzorg. Of de gast die mij om een kleine gunst vraagt.
Dat alles maakt mij enorm dankbaar en het verrijkt me ook: ik relativeer meer en gemakkelijker sinds ik in het hospice werk, en ik voel meer rust – ook en vooral als de dingen in mijn eigen leven even niet zo gemakkelijk zijn.
Al met al maakt het mij een rijk mens.
“Is dat niet vreselijk zwaar, werken in een hospice?”
Nee, beslist niet. Voor mij is het pure rijkdom, vervulling en dankbaarheid. Je geeft iets van jezelf aan anderen en dat is zoveel meer waard dan iets krijgen.
Ik kan het iedereen van harte aanraden.
Vind het fijn dat je jouw ervaringen hebt gedeeld. Wie weet ga ik ook nog die richting in wanneer ik met pensioen ga over een half jaar. De dood is denk ik het mooiste sprookje dat nog verteld mag worden…