Het hospice 3: Poetsen

De ene avonddienst is de andere niet: zo heb je soms bijna een hele avond tijd om met gasten te praten, een spelletje te doen… en zo ben je een groot deel van de avond druk met andere dingen. Zo ook deze avond. Tijdens de overdracht van de dienst bespreken we als collega’s hoe het gaat met iedereen, of er bijzonderheden zijn geweest en waarop extra gelet moet worden. Op het online portaal, waar we de roosters regelen en belangrijke mededelingen kunnen lezen, had ik al gezien dat een van onze gasten, Gerda, die middag was overleden, en dit wordt dan ook besproken bij de overdracht.

Lieve Gerda, die er soms wat verloren bij lag en altijd haar dank uitsprak voor alles wat we voor haar konden doen. Vaak moest ik even doorvragen of er nog iets was wat ze zou willen; uit zichzelf vroeg ze niet zo gemakkelijk ergens om.
“Kan ik nog iets voor je doen, Gerda, of wil je nog iets hebben?” Vroeg ik dan.
 “Hoeft niet hoor, jullie doen al genoeg voor me,” was dan regelmatig het antwoord.
“Ja, maar daar zijn we hier juist voor en we vinden het ook nog eens hartstikke fijn als we iets voor je kunnen doen, dus zeg het gewoon hoor!”
“Nou, dan zou ik wel een kopje koffie willen,” zei ze dan heel zacht. “Maar dat mag ook straks hoor; hoeft niet direct!”
“Jij krijgt een lekker kopje koffie; en wil je er iets bij?”
“Eh…”
“Zeggen hoor, Gerda; echt, je doet me er een groot plezier mee!”
“Een koekje zou ik dan wel lusten.”
En dan kon ze zo heel vergenoegd van haar kop koffie met een koekje genieten en nog een keer ‘dank je wel’ zeggen.

In de paar uurtjes per week dat je in het hospice bent, bouw je een relatie op met de gasten; met sommigen wat dieper, met anderen wat minder diep, afhankelijk van waar zij behoefte aan hebben. Met Gerda had ik wel een klik. In de paar korte gesprekken die we hadden, kwam naar voren dat ze het niet erg vond om te sterven, en dat ze er wel vertrouwen in had dat het allemaal goed zou komen. Ik begreep van mijn collega’s dat ze dan ook rustig is gestorven.

Diezelfde middag is Gerda ook naar het uitvaartcentrum overgebracht, dus wanneer de avonddienst voor collega Martine en mij begint, is de kamer leeg.
Nadat we de gasten hebben begroet en de noodzakelijke en gewenste zorg verleend, gaan we de kamer waar Gerda verbleef schoonmaken. De kamer ligt er netjes bij, maar elke kamer die leeg is, wordt altijd schoongemaakt en opgeruimd.

We hebben een lijst met werkzaamheden en gaan aan de slag; het hoog-laagbed poetsen, de kastjes, de tafels en stoelen soppen, de linnenkast, de lampen, televisie, de badkamer, het keukentje: alles blinkend schoon; linnengoed aanvullen, medicijnen verzamelen en bewaren voor de verpleegkundige… bed opmaken, vloer dweilen en dan zijn we klaar en is alles fris en schoon.

Collega Martine vertelt tijdens het poetsen dat ze een keer met iemand heeft gewerkt die het maar vreemd vond dat wij zo’n kamer opruimen en schoonmaken. Dat was toch iets voor een schoonmaakdienst? Ik sta daar anders in. Als ik aan het begin van de dienst, voor het schoonmaken aan, binnenkom in de kamer, is dat voor mij nog steeds Gerda’s kamer; ik heb het gevoel dat haar energie, gevoed door mijn herinneringen aan haar, nog aanwezig is.

Na het schoonmaken en opruimen is niet alleen de kamer schoon van stof enzovoort, maar ook ‘nieuw’ en klaar om een volgende gast te verwelkomen. Voor mij is het een fijn en belangrijk ritueel; tijdens het poetsen denk ik terug aan de gesprekken met Gerda, en af en toe wisselen Martine en ik wat herinneringen aan haar uit, en al poetsend nemen we als het ware afscheid van onze lieve Gerda en zijn we ook zelf weer gepoetst en klaar voor de volgende gast: het is dan niet meer Gerda’s kamer, maar straks de kamer van degene die er dan verblijft.

Ik had nooit gedacht dat ik nog eens blij zou zijn met het opruimen en schoonmaken van een kamer, maar ik beschouw het als een waardevol en gepast ritueel; helend, en zeer helpend bij het afscheid nemen van een gast.

Nu kijken of ik datzelfde gevoel thuis ook kan oproepen bij het opruimen van mijn werkkamer, want daar doe ik altijd wat langer over voordat ik er aan begin.

Uitstelgedrag wordt dat ook wel genoemd.

1 gedachte over “Het hospice 3: Poetsen

  1. Beantwoorden
    Willeke Beckeringh - januari 31, 2024

    Wat een mooie blog. De gevoelens van dat soort dierbare momenten rondom overlijden komen al lezend bij mij naar boven.
    Van grote waarde.
    Dank je wel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven